Vandaag vertrekken we op tijd, om half 8. Het hotel ligt vlakbij het park. Phong Nha National Park staat bekend om zijn 300 grotten, pas recentelijk ontdekt. Daarvan zijn 17 grotten onderzocht door Vietnamese en Britse wetenschappers. Er is één grot zó groot, dat je er een week in op expeditie kunt onder begeleiding van ervaren mensen. Niets voor mij, ik ga eerst naar Paradise Cave. Deze is zo'n 31 km lang, maar ik ga er maar een ruime kilometer in. De grot is open voor publiek sinds 2011. We zijn er rond half 9 en dan is het al helemaal vol met Vietnamese toeristen. Het is een eind lopen en een flinke klim in de hitte, maar eenmaal in de grot is het heerlijk koel. Binnen is het prachtig wat ik te zien krijg, het lijkt wel een sprookje. Het is zó groot, dat je er wel een stad in kunt bouwen.
Na Paradise Cave rijden we verder naar Nuoc Mooc Springs. Het water komt hier niet van een berg, maar uit een bron. Je kunt een wandeling rondom maken en er zijn overal bruggetjes van bamboe gemaakt. Het is een superleuk pad, langs het water en je moet vaak van kei naar kei springen. Soms is het onduidelijk waar het pad verder gaat. Onderweg kom ik Vietnamese families tegen die aan het picknicken zijn en aan het zwemmen.
We gaan ergens lunchen en dan neem ik afscheid van Thang. Hij moet weer helemaal terugrijden naar Hué. Ik ga nog naar Phong Na Cave en we hebben geregeld dat iemand van het hotel mij weer komt ophalen.
Phong Na cave is een grot met een ondergrondse rivier. We gaan met de boot eerst een eindje over de rivier en dan de grot in. Op de terugweg worden we in de grot afgezet en lopen we een stukje terug. De boot haalt ons buiten weer op.
No comments:
Post a Comment