Thursday 26 February 2015

Het Spoor Voorbij

Dat is de naam van de theatervoorstelling langs het viaduct van Delft.
Meer dan 160 jaar was het spoor beeldbepalend voor Delft, eerst op straatniveau en vanaf 1965 over het betonnen viaduct. Zodra de treinen door de spoortunnel gaan rijden komt er rust, maar er verdwijnt ook een stuk geschiedenis.
In de voorstelling 'Het spoor voorbij' worden herinneringen aan de tijd van de spoorweg door Delft nog één keer tot leven gebracht op hun originele plek. Inwoners van Delft deelden hun herinneringen aan het spoor, op basis daarvan zijn sènes geschreven en tot leven gebracht door Delftse (amateur)kunstenaars. Er zijn drie avonden voorstellingen. Het publiek loopt in groepen langs de verschillende scènes op de Spoorsingel en de Coenderstraat. Op de avond dat wij gaan, komt de regen met bakken uit de lucht. Maar dat mag de pret  niet drukken.


Het publiek verzamelt zich bij de start.



 

Ik zie weilanden daar.
Achter de huizen van de Spoorsingel lopen koeien.
De molen staat aan het water.
Er loopt een gracht, helemaal tot aan de Vliet.
Ik woon er vlak achter in de Dirklangedwarsstraat,
mijn ouders hebben daar een kruidenierswinkel.
Als het mooi weer is ga ik naar de molenaar,
meneer De Vreede, en vraag of ik mag vissen.
Ik loop door de molen heen en ga
heerlijk aan de waterkant zitten te vissen.


Iedere dag kwam er een goederentrein langs.
Op vaste tijden, ook 's nachts. 
Dat waren hele lange treinen.
Wij hebben ze weleens geteld. 
Vierenveertig! Vijfenveertig!
Ja, er zaten ruim veertig wagons achter zo'n trein.
En wanneer zo'n trein langskwam hoorde je.....
Bonkbonkbonkbonk!
Er kwamen 's nachts treinen voorbij met extreem  zwaar spul.
Stenen. Grote rotsen. Basaltblokken.
Dat was onwerkelijk, zo groot als de blokken waren.

 




SPOORTUNNEL DELFT NU!
GEEN LUXE, MAAR BITTERE NOODZAAK!

Waarom moet die tunnel er komen, mevrouw?

De treinen rijden nu zo'n driehonderdvijftig keer per etmaal dwars door onze stad, over een sterk verouderd tweesporig viaduct, rakelings langs  historische panden en woningen. Dit zorgt voor veel geluidsoverlast en vervuiling. Denkt u bijvoorbeeld eens aan het gebruikte toiletpapier dat vanuit de treinen zo op straat dwarrelt en het ijzervijlsel dat zich vastzet op kozijnen, auto's en planten....



Ik ben begonnen met een paraplu.
Eigenlijk zoals mijn opa is begonnen in de stad:
aan de gracht, met een paraplu, groentekistjes
en oude conservenblikjes als emmertjes...

Vijfenveertig jaar lang heb ik hier gestaan.

Eerst langs de Phoenixstraat met die plu,
moest ik elk jaar opnieuw een vergunning aanvragen.
Plotseling kreeg ik 'm niet meer.
Moest ik weg. Wisten ze niet wat ze met me aanmoesten.
Weet je wat, Koos? Ga maar onder dat viaduct staan, jongen.


Mijn vader is in 1939 met zijn dansschool begonnen.
In de oorlog kon dat niet, toen zat er een Duitse schoenmakerij in,
maar na Stalingrad is-ie weer begonnen.
Oorspronkelijk deed ie 'ballroomdansen'. 
Quick step, Engelse wals, Weense wals...
Maar niet de Swing, de muziek die in Amerika een rage was geworden. 
In onze danszaal hing een bordje: Swing en Jitterbug verboden!
Wit met rode letters. Het heeft er jarenlang gehangen.
We hadden echt een mooie, gezellige zaal toen. En groot!


Aan het einde van de oorlog had je razzia's.
Werden er mannen uit huizen opgehaald
en naar het station gebracht.
Treinen met Nederlandse machinisten erop,
brachten die mensen naar Duitsland om te werken.
De Ondergrondse zorgde ervoor dat de machinisten gingen staken.

Als jullie niet staken, moeten we de rails opblazen
en worden er mensen neergeschoten die er niks mee te maken hebben
en nemen de Duitsers represaillemaatregelen.

'Jongens',  zei mijn vader tegen z'n maten,
'Laten we het maar doen'. 


Iedereen kende mij op het station.
Ik heb er een gouden tijd gehad.

'Henk jongen, de koningin stopt straks effe in Delft!'

Ik snel naar het station.
Dan ging ik kijken naar de Koninklijke trein.
Dat was de locomotief met twee wagons, groen.
En voor de ramen hingen van die gordijntjes.
Net een huiskamer, prachtig.
Dan zag ik haar zitten voor het raam: Wilhelmina.
Soms stapte ze uit, liep ze heen en weer over het perron.
Je mocht haar geen hand geven
-het hele perron was afgezet en er waren altijd bewakers bij-
maar ik stond vlakbij. 


Het station ligt er nu verlaten bij. Hier zal nooit meer een trein aankomen of vertrekken.


Bovenstaande teksten zijn overgenomen uit het boekje 'Het spoor voorbij' van de Werkplaats Spoorzone Delft.










No comments:

Post a Comment